De Kaper

2 mannen liepen door het hoofdkwartier van de Terraanse Vloot op Luna 1m in de richting van de dokken.
"Wie had dat gedacht", zei de jongste, een man met een grote snor en de rang van commandant, "dat admiraal Grekov hiermee zou instemmen."
"Inderdaad Joram", repliceerde de kapitein, een kalende man van 45, "en heb je ook opgemerkt hoe subtiel hij me wist te vertellen dat deze Karank-kruiser de laatste kans is om mijn carričre te redden."

Ze kwamen aan in een van de grote dokken, waar de 300 meter lange, slanke vorm van een buitenaards ruimteschip lag. Na een grondige controle van hun passen door het veiligheidspersoneel mochten ze door. Ze gingen aan boord en namen de lift naar de brug. 1ş luitenant Sarah Burton, de derde officier en tevens artilerie-officier, stond op toen de twee mannen binnenkwamen.
"Iedereen aan boord, kapitein," zei ze, "zelf de extra bemanning. Het schip is klaar om uit te varen."
Ze moest even inwendig lachen bij de term ‘uitvaren’, maar het was nog steeds de officiële term, zelfs na 100 jaar interstellaire ruimtevaart.
"Okč," zei kapitein Kurt Rastenberg, "commandant Benteen, breng haar maar naar buiten. En geef door dat er diensthoofdvergadering is in een half uur. Luitenant, kom even mee, wil je."
De commandant volgde haar met zijn ogen, want Sarah Burton was een knappe vrouw van achter in de 20. Hij zuchtte even en wijdde zich aan zijn taken.

Sarah volgde de kapitein naar zijn bureau annex noodhut achter op de brug.
"Ga zitten, Sarah." Hij wachtte eventjes. "Wat ik wou weten: zijn je mensen vertrouwd met de Karank-systemen."
"Zo goed als mogelijk was in de korte tijd die ik gekregen heb, meneer."
"Maar is het goed genoeg. Van zodra we in het Chera-stelsel zijn is er geen tijd meer voor vergissingen."
"Het Chera-stelsel," zei Sarah verrast, "maar dat is..."
"Ik weet het," onderbrak kapitein Rastenberg haar," het hoofdstelsel van de Karank. Waarom denk je dat we deze kruiser gebruiken. Maar hou dit voor jezelf tot de vergadering, ik zou graag het ‘goede’ nieuws zelf vertellen."
"Goed, meneer," antwoordde ze, "en als we nog wat oefeningen kunnen doen, dan zal het wel lukken."
"Stel een schema op. We hebben twee weken, waarvan 9 dagen in de gewone ruimte."
"Jawel, meneer." Ze stond op en ging naar buiten.

Een half uur later zaten alle diensthoofden te wachten in de vergaderzaal. Ze stonden allemaal op toen kapitein Rastenberg en commandant Benteen binnenkwamen. De kapitein gebaarde dat ze mochten gaan zitten en nam toen zelf plaats aan het hoofd van de tafel.
"Dames en heren, ik zal u niet langer in het duister laten. Onze bestemming is het Chera-stelsel, onze..."
Hij werd onderbroken door uitroepen van verbazing. Hij glimlachte naar zijn eerste officier. Zo hadden zij zich ook gevoeld toen de admiraal hun de orders had overhandigd. Hij wachtte tot het rumoer wat was verstomd en ging dan verder.
"Onze missie is Karank-schepen aanhouden, veroveren en naar Aarde brengen."
"Met andere woorden, we zijn een kaper," klonk opeens de zware stem van majoor Tom Kaitcha, de commandant van het mariniersdetachement aan boord.
"Zo zou je het kunnen stellen, majoor," zei de kapitein, "nu, is het schip klaar?"
"Nog een klein probleem met de besturing," zei de navigatie-officier, "maar dat wordt verholpen."
Rastenberg keek naar de hoofdingenieur, op de kapitein na de oudste aan boord, die knikte.
"Inderdaad, meneer, maar dat moet verholpen zijn voor we in hyperruimte gaan."
"Goed, volgende punt. We hebben 3 oude schepen van de Haai-klasse gekregen om mee te oefenen. Ze liggen al in positie. We hebben een week voor we de eerste sprong maken en we gaan deze zo goed mogelijk benutten. Nog vragen? … Goed, ingerukt."


"Ploeg alfa naar de brug, bravo en charlie de communicatie- en vuurleiding en delta en echo naar de machinekamer."
De mariniers stormden aan boord van het oude schip. De was de laatste kans om te oefenen. De vorige twee oefeningen waren vrij goed verlopen, maar het kon nog altijd beter.
"Hier bravo leader, communicatiecentrum en vuurleiding veroverd."
"Hier alfa leader, brug veroverd, kapitein gevangengenomen."
"Hier delta leader, machinekamer veroverd, maar 1 motor vernietigd."
Kurt Rastenberg drukte de chrono in. "3 minuten en 25 seconden. Goed zo, majoor. Kom weer aan boord. We gaan onze eerste sprong maken binnen een uur."

Een uur later gaf de kapitein het teken en ging het schip in de hyperruimte voor hun eerste, twee dagen durende sprong. De kapitein en de eerste officier hadden besloten om in twee sprongen naar hun bestemming te gaan, zodat hun vertrekpunt niet kon getraceerd worden. De twee sprongen en de dagen ertussen werden gebruikt om de oefeningen nog eens te herhalen.


"Onbekende kruiser, identificeer u," klonk het door de luidsprekers op de brug.
"De vertaler werkt al," merkte de kapitein op, "nu eens zien of de mannen van de inlichtingendienst hun huiswerk goed gemaakt hebben." "Moment... identificatie correct. Waar bent u al die tijd gebleven."
"We hadden zware schade aan onze hyperantennes en onze hypermotoren. We konden niet in de hyperruimte gaan en geen bericht sturen. De antenne is nog altijd kapot, maar de motoren hebben we kunnen repareren."
"Goed, u mag verder, maar wij kunnen u niet begeleiden."
"Geen probleem, Kom&rad uit."
Kapitein Rastenberg gaf bevel hun koers te hervatten. De eerste confrontatie met de vijand was goed verlopen. Nu waren ze op weg naar hun operatiegebied, de vrachtschepen rond de planeten."

"Commandant, groot vrachtschip op 46/17, afstand 2 microparsec," meldde een operatie-officier.
"Ga naar alarmconditie geel en waarschuw majoor Kaitcha."
De sirenes begonnen te loeien. Kapitein Rastenberg schoot wakker. Hij had drie uur geleden de wacht overgedragen aan zijn eerste officier en was pas een uur geleden in slaap gevallen. Hij zuchtte eens, stapte uit bed en kleedde zich aan. Hij stapte op hetzelfde moment op de brug als de jonge mariniersofficier. Commandant Benteen bracht hen beide op de hoogte.
"Goed," zei de kapitein, "we komen binnen een half uurtje binnen bereik. We zullen dit voorstellen als een controle."

Een half uur later lagen de beide schepen gekoppeld naast elkaar. De mariniers stormden aan boord en bezetten snel alle strategische punten. De Karank waren te verrast om weerwerk te bieden. De bemanning werd opgesloten in een van de ruimen en een kleine vervangbemanning kwam aan boord. Zij zouden het vrachtschip naar de Aarde brengen. Ze kregen ook een mariniers squadron mee om een oogje te houden op de gevangenen.

Toen het schip vertrokken was, riep de kapitein zijn eerste en tweede officier bij zich, alsook de marinierscommandant.
"De actie is goed verlopen en zonder slachtoffers. En die Karank-kolonie zal die lading metaal zeker missen, terwijl wij er voordeel mee kunnen doen. Maar toch waren er een paar probleempjes: zo duurde het vrij lang voor de brug veroverd was."
"Dit schip was drie keer langer dan de Haaien waar we op geoefend hebben," repliceerde majoor Kaitcha, "en doordat we vrij dicht bij de machinekamer gekoppeld waren, duurde het wat langer."
"We zullen volgende keer dichter bij de brug proberen te koppelen. Maar u kunt wel begrijpen dat we eerst al hun communicatie-apparatuur willen uitschakelen." De majoor knikte.
"Goed, volgende punt," zei de kapitein terwijl hij zich naar Sarah Burton draaide, "in het vervolg kunnen we het geschut beter laten zitten. Het maakt onze smoes dat we een extra controle moeten uitvoeren vrij ongeloofwaardig."
"okč, meneer."
"Nog vragen? ... Goed, ingerukt."


Twee dagen later had Rastenberg net de wacht overgenomen van luitenant Burton, wanneer ze een vrachtschip op hun schermen kregen. Ze zetten een onderscheppingskoers in en de mariniers maakten zich klaar. Ze waren vijf minuten van onderschepping verwijderd, toen een operatie-officier zich meldde.
"Kapitein, onze sensoren geven aan dat er mensen in dat schip zijn."
Zowel de kapitein als de eerste officier keken hem verrast aan. "Dat schip vervoerd krijgsgevangenen, meneer. Waarschijnlijk op weg naar een mijnplaneet."
"Waarschuw majoor Kaitcha en de ziekenboeg."
Toen de officier weg was, draaide rastenberg zich naar commandant Benteen. "Wat nu, Joram. Onze smoes zal nu zeker niet werken." "Ik weet het, maar ik kan nu niet direct iets bedenken."
"Kapitein", klonk opeens een stem links van hen. Ze keken allebei naar links en zagen de tweede artillerie-officier, 3° luitenant Romero, die als verbindingsofficier fungeerde tussen de brug en het vuurleidingscentrum. "Kapitein," herhaalde hij, "als we nu eens vertelden dat we zijn opgeroepen omdat er iemand tussen de gevangenen zit die er niet mag zitten, een generaal of zo die nog moet ondervraagd worden."
"Wat is dat voor een onzin," begon Benteen, maar de kapitein legde hem het zwijgen op.
"Goed gedacht, jongen," zei hij tegen Romero. De jonge artillerie-officier straalde van trots.
"Maar...," begon Benteen weer. "We doen het zo," onderbrak de kapitein hem, "luitenant Hikahi, roep ze op."

De twee schepen kwamen naar elkaar toe en in het midden van het vrachtschip kwam er een luchtsluis naar buiten. De Kom&rad immiteerde het vrachtschip en twee minuten later waren de schepen gekoppeld.
"Ik denk nog steeds dat ze ons in de val willen lokken," zei de eerste officier.
"Te laat," repliceerde de kapitein, "we zijn al gekoppeld. En het is niet omdat een plan van een derde luitenant komt, dat het daarom slecht is."
Commandant Benteen zweeg, nog steeds niet overtuigd.

De sluisdeuren gingen open en de mariniers stormden aan boord van het vrachtschip. De erewacht probeerde nog hun wapens te trekken, maar ze werden met een salvo neergemaaid. De mariniers stormden verder. Na vier minuten klonk een stem door de comm.
"Hier delta leader, we hebben de machinekamer onbeschadigd in handen gekregen. Geen slachtoffers."
Twee minuten later: "Hier alfa leader, brug in onze handen. We hebben 2 gewonden. Kapitein en eerste officier allebei dood."
Ineens kwam een comm-operateur naar Rastenberg en Benteen. "Kapitein, het vrachtschip zend signalen uit. We proberen ze te ontcijferen."
Benteen riep onmiddellijk Kaitcha op; "Majoor, verhinder dat ze uitzenden."
"We proberen commandant. Ik heb delta als versterking gestuurd, want bravo en charlie zijn op een groep soldaten gestuit. Zowel bravo als charlie leader zijn dood."
"Hier bravo twee, communicatiecentrum in onze handen. Vijf doden en acht gewonden."
"Hier delta leader. We hebben de gevangenen gevonden. Het zijn er ongeveer 2000, en ze zien er niet goed uit." "Oke, stuur een medisch team en voldoende voedsel over," zei de kapitein, "dan loskoppelen en zo snel mogelijk weg van hier."

Het volgende uur werden voorraden overgezet. Vervolgens koppelden de schepen los en startten de motoren. Ze gingen op een ontsnappingsvector die hen recht naar Aarde bracht. Nu ze waren ontdekt had het toch geen zin meer een omweg te maken.
"4 kruisers met jagerescorte zitten achter ons aan, meneer."
"Wapens klaarmaken en schielden op. Alarmconditie rood."
Over heel het schip gingen er luiken open en kwamen er geschutskoepels uit hun beschermende bunkers. Vooraan 6 155mm en langs elke flank 20 dubbele 88 mm anti-materiekanonnen. Tot zover de oorspronkelijke bewapening. De aardse techniekers hadden vooraan nog 3 torpedobuizen gemonteerd en achteraan tussen de motoren nog 4 155 mm kanonnen en 2 torpedobuizen.
"Bewapening klaar, kapitein," meldde Romero.
Op het vrachtschip waren de weinige wapens die ze hadden ook klaargemaakt. De kruiser ging tussen het vrachtschip en de achtervolgers vliegen.

"Stuur een boodschap," zei kapitein Rastenberg ineens,"
van: Kaper 1
aan: Kapers 2, 3 en 4

Ben ontdekt en op de vlucht. Goede jacht verder.
Zend geen bevestiging ontvangst.

Kpt. Rastenberg."

"Zendt dit in code 4."
"Maar kapitein, code 4 is een maand geleden gekraakt."
"Weet ik, maar zij weten niet dat wij dit weten. Zo zullen ze elke alleenvliegende kruiser moeten onderzoeken. En intussen hun vrachtschepen binnenhouden of een zwaar escorte meegeven."
De com-officier moest even glimlachen toen hij de list begreep.
"En stuur daarna nog een bericht aan het vrachtschip. Zeg ze dat wij de kruisers wel zullen nemen, maar dat ze uitkijken voor de jagers. En voeg er aan toe dat ze een sprong maken zo snel ze kunnen."
"Jawel, meneer."

"De jagers komen op ons af, kapitein", zei een radar-operateur ongeveer een uur later. Alhoewel de Kom&rad de vijandelijke vloot had kunnen voorblijven, kon het veroverde vrachtschip dit niet en ze moesten de ex-krijgsgevangenen beschermen.
"Beschiet ze met alle kanonnen, behalve de achterste. Die houden we voor de kruisers."
De Kom&rad draaide iets en de 88 mm's in de flanken legden een scherm van antimateriestralen rond het schip. Alhoewel ze een paar jagers raakten, waren er nog genoeg over. Deze openden het vuur. Hun eerste salvo werd geabsorbeerd door de schilden.
"Schilden op 90 %, kapitein. 6 vijandige jagers uitgeschakeld, nog 18 over."
"Kruiser binnen torpedobereik, kapitein", zei luitenant Romero.
"Wacht nog even. Wat is de toestand van het vrachtschip?"
"Schilden op 85 %, kapitein," meldde een andere brugofficier, "maar ze schieten meer op ons."
"Goed. Op mijn teken, navigatie: volledig stoppen en vervolgens terug naar volle snelheid gaan. Artillerie: zo komen ze binnen bereik. 6 torpedo's op elk van de 2 buitenste kruisers, 2 antimateriesalvo's met de achterste kanonnen op de binnenste."
Hij wachtte even zodat de benodigde commando's konden worden doorgegeven. "Klaar... nu."

De Kom&rad remde ineens en voor de Karank konden reageren begonnen de achterste torpedobuizen hun dodelijke inhoud uit te braken, direct gevolgd door de 155 mm kanonnen.
"De buitenste kruisers hebben zware schade, kapitein. Ze volgen nog, maar trager en hun voorste kanonnen lijken uitgeschakeld. De andere 2 hebben het gehouden."
Kurt Rastenberg dankte inwendig de inlichtingendienst, die was te weten gekomen dat de Karank schepen slecht tegen torpedo's konden.

Maar deze manouvre had de Kom&rad binnen schootsafstand van de 2 kruisers gebracht, en deze openden nu het vuur, terwijl de jagers zich nu ook op de achterkant concentreerden.
"Schilden op 50 %. Nog tien jagers over."
Ineens schudde het hele schip. "Schaderapport," brulde de kapitein.
"2 schildgeneratoren vernietigd, 1 torpedobuis en 1 moter zwaar beschadigd... 3 doden en 20 gewonden."
Het schip schudde nog eens.
"1 van de vijandige kruisers is gestopt. Hij lijkt zwaar beschadigd."
"1 hypermoter vernietigd."
Iedereen op de brug dacht hetzelfde. Nog zo'n schot en ze zaten hier vast. Er ging nog een trilling door het schip.
"Kapitein, die vijandige kruiser is geëxplodeerd."
"Vrachtship in de hyperruimte."
"Wij zijn klaar voor hypersprong, kapitein."
"Goed, Volg het vrachtschip," zei de kapitein.
De sterren werden lijnen toen de Kom&rad aan zijn hypersprong begon. Op de brug haalde iedereen opgelucht adem.
"Commandant," begon de kapitein, "ga jij de reparatieploegen leiden. Onze prioriteiten zijn: de gewone moter, de schilden en dan de hypermoter."
"Oke, meneer." De eerste officier verdween van de brug.
"Navigatie, hoelang gaat deze trip duren?"
"In onze huidige toestand ongeveer 5 dagen, kapitein," zei de navigatie-officier.
'Leuk', dacht kapitein Rastenberg, 'de afstand is gehalveerd, maar de tijd is dezelfde. Maar ja, we mogen al blij zijn dat we levend zijn weggeraakt.


5 dagen later kwam de Kom&rad aan de rand van het zonnestelsel terug in de gewone ruimte, 1 uur na het vrachtschip, dat lag te wachten. Samen zetten ze de tocht voort en in de buurt van Saturnus werden ze opgewacht door 5 Terraanse kruisers.
"Hier kapitein Rastenberg van de kruiser Kom&rad. Blij jullie te zien."
"Hier vice-admiraal Bastico van het 2de Solarische eskader. Ook blijk je te zien, Kurt. Wij begeleiden jullie wel naar huis."
Onder begeleiding van de terraanse kruisers ging het richting Aarde. de twee Karank schepen gingen het dok in en alle ex-krijgsgevangenen kregen een volledige medische behandeling, alvorens met hun famillie herenigd te worden.

Kapitein Rastenberg en commandant Benteen zaten in de wachtkamer naast het kantoor van admiraal Grekov. Er kwam een adjudant binnen.
"U mag binnenkomen, heren."
De twee mannen gingen binnen en salueerden voor de admiraal. Deze wees naar 2 stoelen en de beide mannen gingen zitten.
"Ik weet al van dat metaalschip, maar nu kom je met krijgsgevangenen aanzetten, Kurt. Verder nog iets?"
"Sorry admiraal, maar we werden ontdekt en we moesten vluchten. We hebben 1 kruiser en ongeveer 15 jagers vernietigd en 2 kruisers zwaar beschadigd. En ik heb toen we ontdekt waren nog een boodschap in code 4 verstuurd naar de 'andere kapers'. Het waarschijnlijke gevolg is dat hun vrachtschepen niet meer kunnen vertrekken tot al hun schepen gecontroleerd zijn.."
"Goed," zei de admiraal, "we zullen de schade door de inlichtingendienst laten controleren. Waarschijnlijk zal ze groot genoeg zijn om hun reactie op onze inval van Tara II te vertragen."
"Inval op Tara II," zeiden Rastenberg en Benteen tegelijk.
"Inderdaad. En commandant, u wordt bevorderd tot kapitein en u krijgt de Kom&rad. Kapitein, U wordt bevorderd tot commodore en u krijgt het eerste Tarraans eskader. Nog vragen? ... u mag gaan."
De beide mannen stonden op, salueerden en verlieten het kantoor.